Demo online “International Welding Practitioner (IWP)”

0%

Materialen en hun gedrag

1 Onderwerp | 1 Toets

Materialen en hun gedrag bij het lassen

Meerkeuze vragen – Materialen

Processen en apparatuur

1 Onderwerp | 1 Toets

Processen en Apparatuur

Meerkeuze vragen – Lasprocessen

Constructies en ontwerp

1 Onderwerp | 1 Toets

Constructie en ontwerp

Meerkeuze vragen – Constructie

Fabricage en toepassingen

1 Onderwerp | 1 Toets

Fabricage en toepassingen

Meerkeuze vragen – Fabricage

Lasinstituut pockets

Inspectie Pocket online

Lassymbolen Pocket Online

Inspectie Pocket online

Lasserskwalificatie Pocket online

Terug naar Trainingen

Meerkeuze vragen – Materialen

Trainingen Demo online “International Welding Practitioner (IWP)” Materialen en hun gedrag Meerkeuze vragen – Materialen

Tijdslimiet: 0

Toets samenvatting

0 of 25 Vragen compleet

Vragen:

Informatie

Je hebt de toets al eerder voltooid. Daarom kun je hem niet meer opnieuw starten.

Toets is aan het laden…

Je moet inloggen of inschrijven om de toets te starten.

U moet eerst het volgende invullen:

Resultaten

Toets afgerond. Resultaten worden opgeslagen.

Resultaten

0 van de 25 Vragen zijn goed beantwoord

Uw tijd:

De tijd is verstreken

Je hebt 0 punten behaald van de 0 punt(en), (0)

Behaalde punt(en): 0 of 0, (0)
0 verslag(en) in afwachting (mogelijke punt(en): 0)

Categorieën

Niet gecategoriseerd 0%

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25

Huidig
Kijk na/Sla over
Beantwoord
Goed
Fout

Vraag 1 of 25

1. Vraag
Het aluminium dat tijdens de bereiding van staal toegevoegd wordt, zorgt voor
- A verbetering van het staal voor machinale bewerking.
- B het verbeteren van de slijtvastheid.
- C zuurstofonttrekking uit de smelt door deze om te zetten in oxiden.
- D verlaging van het koolstofpercentage.
Goed

Fout
Vraag 2 of 25

2. Vraag
Een doel om een lasverbinding te onderwerpen aan een buigproef is …..
- A bepaling van de treksterkte van het lasmetaal.
- B vaststellen of het juiste toevoegmateriaal is gebruikt.
- C vaststellen van eventuele onvolkomenheden in de lasverbinding.
- D vaststellen van de materiaalsamenstelling van het basismateriaal.
Goed

Fout
Vraag 3 of 25

3. Vraag
Welke onderzoeksmethode wordt gebruikt om de inbranding, de ligging van de lagen en van de warmtebeïnvloede zone te bepalen?
- A Penetrant onderzoek.
- B Radiografisch onderzoek.
- C Ultrasoon onderzoek.
- D Macroscopisch onderzoek.
Goed

Fout
Vraag 4 of 25

4. Vraag
Wanneer is een stoltraject zichtbaar?
- A In een afkoelkromme van een zuiver metaal.
- B In een afkoelkromme van een legering.
- C A en B zijn beide juist.
- D A en B zijn beide onjuist.
Goed

Fout
Vraag 5 of 25

5. Vraag
Wat verstaat men onder substitutioneel oplossen van een atoom?
- A Vervangend.
- B Oplossend.
- C Tussenvoegend.
- D Geen van deze antwoorden is juist.
Goed

Fout
Vraag 6 of 25

6. Vraag
De Ms lijn is …..
- A de temperatuur van de vorming van martensiet naar austeniet.
- B de temperatuur waarbij de verandering van austeniet naar martensiet eindigt.
- C niet aanwezig in een TTT-diagram.
- D de temperatuur waarbij de vorming van austeniet naar martensiet begint bij het afkoelen.
Goed

Fout
Vraag 7 of 25

7. Vraag
Martensiet …..
- A komt nooit in staal voor.
- B is altijd aanwezig in staal.
- C heeft een broze en harde structuur.
- D wordt gevormd onder evenwicht condities.
Goed

Fout
Vraag 8 of 25

8. Vraag
Wat is het doel van normaalgloeien?
- A Waterstofscheuren voorkomen.
- B Een fijnkorrelige homogene structuur verkrijgen.
- C Vervorming tegengaan.
- C Vervorming tegengaan.
Goed

Fout
Vraag 9 of 25

9. Vraag
Bij een niet-gelegeerd staal met 0,3 % C kan afkoeling na het lassen in de door warmte beïnvloede zone harding veroorzaken. Onder welke condities wordt dit verschijnsel verkregen?
- A Verwarmen tot ongeveer 1500 C en langzaam afkoelen.
- B Verwarmen tussen de 600 – 723 C en snel afkoelen.
- C Verwarmen tussen 723 – 911 C en langzaam afkoelen.
- D Verwarmen boven de 911 C en snel afkoelen.
Goed

Fout
Vraag 10 of 25

10. Vraag
Opmenging is …..
- A het volume van de gelaste verbinding.
- B het volume van de door warmte beïnvloede zone.
- C de samenstelling van het gesmolten materiaal.
- D de aanwezigheid van omgesmolten moedermateriaal in de las.
Goed

Fout
Vraag 11 of 25

11. Vraag
Tot welk koolstofgehalte zijn de niet-gelegeerde stalen lasbaar zonder dat er bijzondere maatregelen worden genomen?
- A 0,22 %.
- B 0,05 %.
- C 0,02 %.
- D 1,25 %.
Goed

Fout
Vraag 12 of 25

12. Vraag
De hardheid naast de las hangt af van …..
- A het koolstofgehalte van het werkstukmateriaal.
- B het koolstofequivalent van het werkstukmateriaal.
- C de afkoelsnelheid naast de las.
- D alle drie bovengegeven antwoorden.
Goed

Fout
Vraag 13 of 25

13. Vraag
Het koolstofequivalent (CE) kan worden berekend met de volgende formule:

CE = C + Mn/6. Als het materiaal een gehalte heeft van 0,2% C en 1,5% Mn bevat, wat is dan het CE?
- A CE = 0,45.
- B CE = 0,40.
- C CE = 0,49.
- D CE = 0,55.
Goed

Fout
Vraag 14 of 25

14. Vraag
Welk van de onderstaande beweringen is juist?
- A Spanningsarmgloeien gebeurt boven de 723º C.
- B Bij normaal gloeien blijft de temperatuur beneden de 723º C.
- C Voorwarmen verlaagt de afkoelsnelheid en daardoor de kans op harde structuren ten gevolge van het lassen in een constructie.
- D Normaalgloeien heeft geen invloed op de structuur van de las en de naaste omgeving daarvan.
Goed

Fout
Vraag 15 of 25

15. Vraag
Het verhogen van het koolstofgehalte in staal verhoogt ook de volgende eigenschap:
- A geschiktheid voor koude deformatie.
- B hardheid.
- C taaiheid.
- D verlenging.
Goed

Fout
Vraag 16 of 25

16. Vraag
Door thermo mechanisch walsen van het staal is het de bedoeling dat men verbetering brengt in de …..
- A mechanische eigenschappen.
- B chemische eigenschappen.
- C corrosie weerstand.
- D oppervlakte hardheid.
Goed

Fout
Vraag 17 of 25

17. Vraag
Wat is de betekenis van het symbool Δt 8/5?
- A De afkoeltijd tussen de 800 – 500 C.
- B De opwarmtijd bij het spanningsarmgloeien tussen de 500 – 800 C.
- C De voorwarmtemperatuur tussen de 800 – 500 C.
- D De voorwarmtemperatuur tussen de 50 – 80 C.
Goed

Fout
Vraag 18 of 25

18. Vraag
Fijnkorrelstaal, micro gelegeerde staalsoorten …..
- A bevatten Nb, Ti, V en Al.
- B bevatten Mo, Cr en Ni.
- C bevatten alleen ijzer en koolstof.
- D zijn grofkorrelig.
Goed

Fout
Vraag 19 of 25

19. Vraag
Hoe kan men het ontstaan van lamellaire scheuren beperken?
- A Een staalsoort met een laag zwavelgehalte nemen.
- B Silicium en mangaanoxiden toevoegen.
- C Het materiaal op de juiste temperatuur voorwarmen.
- D Een staalsoort met een hoog zwavelgehalte nemen.
Goed

Fout
Vraag 20 of 25

20. Vraag
Koudscheuren …..
- A vindt plaats in austenitisch corrosie vast staal.
- B is afhankelijk van de hoeveelheid waterstof die tijdens het lassen is opgenomen.
- C is afhankelijk van het moedermateriaal dat gelast moet worden.
- D is een verschijnsel dat te maken heeft met breekbaarheid van het lasmetaal op lagere temperaturen.
Goed

Fout
Vraag 21 of 25

21. Vraag
De melktransportleidingen op een boerderij zijn meestal gemaakt van het materiaal …..
- A X15Cr13.
- B S235JR.
- C 13CrMo4-4.
- D X2CrNiMo17-12-2.
Goed

Fout
Vraag 22 of 25

22. Vraag
De staalsoorten X5CrNi 18-10 en X5CrNiMo 17-12-2 hebben op kamertemperatuur een …..
- A austenitische structuur.
- B martensitische structuur.
- C austeniet-ferritische structuur.
- D ferritische structuur.
Goed

Fout
Vraag 23 of 25

23. Vraag
AISI type 304L valt onder …..
- A austenitisch corrosievast staal.
- B ferritisch corrosievast staal.
- C martensitisch corrosievast staal.
- D duplex roestvast staal.
Goed

Fout
Vraag 24 of 25

24. Vraag
Aluminium en aluminiumlegeringen worden gekenmerkt door …..
- A uitstekende mechanische eigenschappen.
- B lage soortelijke massa en goede corrosie weerstand.
- C hoge smeltpunt.
- D moeilijke lasbaarheid.
Goed

Fout
Vraag 25 of 25

25. Vraag
Het belangrijkste probleem bij het lassen van aluminium en aluminiumlegeringen wordt veroorzaakt door …..
- A hun hoge warmteoverdracht.
- B hun lage warmteoverdracht en lage affiniteit tot zuurstof.
- C hun lage warmteoverdracht en neiging tot corrosie.
- D hun hoge warmteoverdracht en oxidatie van het oppervlak.
Goed

Fout

Om deze website goed te laten werken, maken we gebruik van cookies.

Privacyverklaring

Alles

Functioneel

Functionele cookies zijn noodzakelijk om een website te gebruiken, zonder deze werkt de website niet naar behoren.

Analytisch

Analytische cookies worden gebruikt om anonieme informatie te verzamelen over het websiteverkeer en gebruikersgedrag.

Marketing

Marketing cookies worden gebruikt om adverteerders gerichte advertenties te tonen op basis van de interesses van de gebruiker.