Demo meerkeuze vragen International Welding Inspection Personnel - Level C (IWI-C)

Toets samenvatting

0 of 20 Vragen compleet

Vragen:

Je hebt de toets al eerder voltooid. Daarom kun je hem niet meer opnieuw starten.

Toets is aan het laden…

Je moet inloggen of inschrijven om de toets te starten.

U moet eerst het volgende invullen:

Resultaten

Toets afgerond. Resultaten worden opgeslagen.

Resultaten

0 van de 20 Vragen zijn goed beantwoord

Uw tijd:

Je hebt 0 punten behaald van de 0 punt(en), (0)

Huidig
Kijk na/Sla over
Beantwoord
Goed
Fout

Vraag 1 of 20

1. Vraag
Een lasser heeft een kwalificatie voor lasproces 135. Voor welk ander lasproces is hij/zij automatisch gekwalificeerd?
- 111
- 136, 138
- 138
- 136
Goed

Fout
Vraag 2 of 20

2. Vraag
Wat is de eerste stap bij het opstellen van een definitieve lasmethodebeschrijving (WPS) volgens EN-ISO 15609-1?
- Het raadplegen van ervaren lassers voor hun input
- Het bepalen van de lasparameters met behulp van gekalibreerde apparatuur
- Het uitvoeren van een lasproef op basis van een voorlopige lasmethodebeschrijving (pWPS)
- Het verzamelen van alle benodigde materiaalcertificaten en datasheets
Goed

Fout
Vraag 3 of 20

3. Vraag
Stel dat een lasserskwalificatieproef is uitgevoerd op een pijp met een diameter van 30 mm. Wat is dan, volgens EN-ISO 9606-1, het geldigheidsbereik van deze kwalificatie met

betrekking tot de diameter van de pijpen die de lasser mag lassen?
- De lasser is alleen gekwalificeerd voor het lassen van pijpen met een diameter van exact 30 mm.
- De lasser is gekwalificeerd voor pijpen met een diameter tussen 15 mm en 60 mm, dus de helft tot tweemaal de testdiameter.
- De lasser is gekwalificeerd voor pijpen met een diameter van 30 mm tot 60 mm, dus de testdiameter tot tweemaal de testdiameter.
- De lasser is gekwalificeerd voor pijpen met een diameter van 15 mm of groter, dus de helft van de testdiameter en alle grotere diameters.
Goed

Fout
Vraag 4 of 20

4. Vraag
Een lasser heeft een lasserskwalificatie behaald voor stompe lasverbindingen in laspositie PC, wat staat voor het lassen in de horizontale positie met de lasnaad verticaal. In welke andere lasposities mag deze lasser lassen volgens NEN-EN-ISO 9606-1, zonder een extra kwalificatietest te hoeven afleggen?
- De lasser mag alleen lassen in laspositie PC, de positie waarin de kwalificatietest is afgenomen
- De lasser mag lassen in lasposities PC en PF, wat neerkomt op horizontaal lassen met de lasnaad horizontaal
- De lasser mag lassen in lasposities PC, PF en PG, wat staat voor horizontaal lassen met de lasnaad onder een hoek
- De lasser is gekwalificeerd voor alle lasposities, ongeacht de positie waarin de test is afgenomen
Goed

Fout
Vraag 5 of 20

5. Vraag
Wat is de minimale trekkracht die een elektromagneet (yoke) moet kunnen uitoefenen om te worden gebruikt bij magnetisch onderzoek (MT), volgens de specificaties in de bronnen?
- De yoke moet minimaal 1 kg kunnen optillen om een voldoende sterk magnetisch veld te genereren
- De yoke moet minimaal 2,5 kg kunnen optillen om te voldoen aan de minimale eisen voor magnetische inspectie
- De yoke moet minimaal 4,5 kg (45 N) kunnen optillen om te voldoen aan de standaard voor magnetische veldsterkte
- De yoke moet minimaal 10 kg kunnen optillen om complexe defecten in het materiaal te kunnen detecteren
Goed

Fout
Vraag 6 of 20

6. Vraag
Wat is het maximaal toegestane warmte-inbrengbereik voor level 2 lasmethodekwalificaties (LMK/WPQR) wanneer er kerfslagtaaiheidseisen van toepassing zijn?
- De warmte-inbreng mag niet afwijken van de waarde die is gebruikt bij het lassen van het proefstuk
- De warmte-inbreng mag maximaal 10% lager zijn dan de waarde die is gebruikt bij het lassen van het proefstuk
- De warmte-inbreng mag maximaal 25% hoger zijn dan de waarde die is gebruikt bij het lassen van het proefstuk.
- De warmte-inbreng mag maximaal 25% hogen en lager zijn dan de waarde die is gebruikt bij het lassen van het proefstuk.
Goed

Fout
Vraag 7 of 20

7. Vraag
Wat is het maximaal toegestane warmte-inbrengbereik voor level 2 lasmethodekwalificaties (LMK/WPQR) wanneer er hardheideisen van toepassing zijn?
- De warmte-inbreng mag niet afwijken van de waarde die is gebruikt bij het lassen van het proefstuk.
- De warmte-inbreng mag maximaal 25 % hoger zijn dan de waarde die is gebruikt bij het lassen van het proefstuk.
- De warmte-inbreng mag maximaal 25% hoger en 25 lager zijn dan de waarde die is gebruikt bij het lassen van het proefstuk.
- De warmte-inbreng mag maximaal 25 % lager zijn dan de waarde die is gebruikt bij het lassen van het proefstuk.
Goed

Fout
Vraag 8 of 20

8. Vraag
Wat is het verschil tussen EN-ISO 17635 en EN-ISO 5817?
- EN-ISO 17635 behandelt destructieve tests, EN-ISO 5817 behandelt niet-destructieve tests
- EN-ISO 17635 beschrijft testmethoden, EN-ISO 5817 behandelt acceptatiecriteria voor lasonvolkomenheden
- EN-ISO 17635 beschrijft lasprocedures, EN-ISO 5817 behandelt staalstructuren
- EN-ISO 17635 en EN-ISO 5817 behandelen dezelfde onderwerpen
Goed

Fout
Vraag 9 of 20

9. Vraag
Wat is het verschil tussen EN-ISO 17635 en EN-ISO 5817?
- EN-ISO 17635 behandelt destructieve tests, EN-ISO 5817 behandelt niet-destructieve tests
- EN-ISO 17635 beschrijft testmethoden, EN-ISO 5817 behandelt acceptatiecriteria voor lasonvolkomenheden
- EN-ISO 17635 beschrijft lasprocedures, EN-ISO 5817 behandelt staalstructuren
- EN-ISO 17635 en EN-ISO 5817 behandelen dezelfde onderwerpen
Goed

Fout
Vraag 10 of 20

10. Vraag
Een handlasser last een koolstofstalen werkstuk in een lasmanipulator. Onder welke
kwalificatie valt deze proeflas?
- EN-ISO 9606-1
- EN-ISO 15614-1
- EN-ISO 14732
- EN-ISO 9606-2
Goed

Fout
Vraag 11 of 20

11. Vraag
In de aanduiding van staalsoorten wordt gesproken over een eis met betrekking tot een minimale kerfslagwaarde. Wanneer de aanduiding “K” wordt aangegeven wat
betekent dit dan voor de kerfslagwaarde?
- Een minimale waarde van 40J
- Een minimale waarde van 27J
- Een minimale waarde van 51J
- Een minimale waarde van +47
Goed

Fout
Vraag 12 of 20

12. Vraag
Welke wijzigingen vereisen een nieuwe kwalificatie voor automatisch en robotlassen
- Wisseling van type robot en robotsysteem inclusief de numerieke besturing
- Wisseling van type robot en robotsysteem, maar niet van besturing
- Wisseling van robot volgens hetzelfde robotsysteem, maar niet van besturing
- Wisseling van robot volgens hetzelfde robotsysteem inclusief de numerieke besturing
Goed

Fout
Vraag 13 of 20

13. Vraag
Welke 4 voorwaarden zijn nodig om koudscheuren te verkrijgen?
- Harde structuren, hoge spanningen, hoog waterstofgehalte en lage temperaturen (< 200⁰C)
- Harde structuren, hoge spanningen, hoog waterstofgehalte en hoge temperaturen (>200⁰C)
- Hoge spanningen, laag waterstofgehalte, lage temperaturen (< 200⁰C) en harde structuren
- Hoog koolstofequivalent, hoge warmte inbreng, hoog waterstofgehalte en hoge spanningen
Goed

Fout
Vraag 14 of 20

14. Vraag
In de norm ISO 5817 zijn de grenswaarden voor lasonvolkomenheden opgegeven.

Wat geldt hierin als niveau D?
- Niveau D betekent streng
- Niveau D betekent minst streng
- Niveau D betekent gemiddeld
- Niveau D bestaat niet
Goed

Fout
Vraag 15 of 20

15. Vraag
Welke lasdraad met de volgende aanduiding is vooral geschikt voor het lassen van ongelegeerde staalsoorten met een maximale rekgrens van 420 N/mm2?
- EN ISO 14341-A: G 42 4 M G3Si1
- EN ISO 14341-A: G CrMo 2 Si
- EN ISO 14343-A : G 19 9 LSi
- EN ISO 14343-A: G CrMo 2 Si
Goed

Fout
Vraag 16 of 20

16. Vraag
Welke twee elementen in ongelegeerd staal zijn bepalend in de berekening van het koolstofequivalent volgens de verkorte formule?
- C en Si
- P en S
- P en Si
- C en Mn
Goed

Fout
Vraag 17 of 20

17. Vraag
Hoe lang moeten volgens ISO 3834 de lastechnische documenten van uitgevoerde lassen worden bewaard?
- 1 jaar
- 5 jaar
- 10 jaar
- 3 jaar
Goed

Fout
Vraag 18 of 20

18. Vraag
Als voor een gelijkbenige hoeklas de maat z = 10 is opgegeven. Hoe groot is dan de a hoogte?
- 5 mm
- 7 mm
- 10 mm
- 15 mm
Goed

Fout
Vraag 19 of 20

19. Vraag
Wat controleert de lascoördinator bij het uitbesteden van laswerkzaamheden?
- Eventuele prijsoverschrijdingen in het project.
- Of er voldoende kraancapaciteit is
- Of de lassers gekwalificeerd zijn voor het uit te voeren werk
- Of er voldoende gekalibreerde draadaanvoerunits voorhanden zijn.
Goed

Fout
Vraag 20 of 20

20. Vraag
Welke norm wordt gebruikt voor het beoordelen van lasonvolkomenheden in staal, nikkel en titanium?
- EN ISO 13919-2
- EN ISO 5817
- EN ISO 10042
- EN ISO 14555
Goed

Fout

Demo online “International Welding Inspection Personnel – Level C”

Demo meerkeuze vragen International Welding Inspection Personnel – Level C (IWI-C)

Toets samenvatting

Informatie

Resultaten

Resultaten

Categorieën

1. Vraag

2. Vraag

3. Vraag

4. Vraag

5. Vraag

6. Vraag

7. Vraag

8. Vraag

9. Vraag

10. Vraag

11. Vraag

12. Vraag

13. Vraag

14. Vraag

15. Vraag

16. Vraag

17. Vraag

18. Vraag

19. Vraag

20. Vraag