Constructie nr. 3

Toets samenvatting

0 of 23 Vragen compleet

Vragen:

Je hebt de toets al eerder voltooid. Daarom kun je hem niet meer opnieuw starten.

Toets is aan het laden…

Je moet inloggen of inschrijven om de toets te starten.

U moet eerst het volgende invullen:

Resultaten

Toets afgerond. Resultaten worden opgeslagen.

Resultaten

0 van de 23 Vragen zijn goed beantwoord

Uw tijd:

Je hebt 0 punten behaald van de 0 punt(en), (0)

Huidig
Kijk na/Sla over
Beantwoord
Goed
Fout

Vraag 1 of 23

1. Vraag
Welke van deze onvolkomenheden heeft de minste invloed op bezwijken ten gevolge van vermoeiing?
- A. Inkartelingen.
- B. Slakinsluitingen.
- C. Gasinsluitingen.
- D. Onvoldoende doorlassing.
Goed

Fout
Vraag 2 of 23

2. Vraag
Lasnaadvormen worden gekozen in samenhang met het …..
- A. vaardigheidsniveau van de lassers en de voorbewerkingsmogelijkheden van het bedrijf.
- B. lasapparaat dat wordt gebruikt.
- C. toevoegmateriaal dat bij het lassen zal worden gebruikt.
- D. lasproces.
Goed

Fout
Vraag 3 of 23

3. Vraag
Plaatconstructies zijn in het algemeen opgebouwd uit …..
- A. plaat, langs- of dwarsverstijvers, langs- of dwarsdragers.
- B. met platen verstijfde liggers.
- C. langs- en dwarsliggers.
- D. gewalste profielen, pijpen en platen.
Goed

Fout
Vraag 4 of 23

4. Vraag
Wie mogen volgens de geldende keuringsvoorschriften laswerk verrichten aan drukvaten?
- A. Lassers die lassen volgens een lasmethode.
- B. Gecertificeerde lassers.
- C. Lassers met een lasdiploma en alleen volgens een lasmethodekwalificatie.
- D. Lassers die al vele jaren lassen.
Goed

Fout
Vraag 5 of 23

5. Vraag
De laspositie “ISO 6947 : PE” duidt op …..
- A. onder de hand lassen.
- B. uit de zij lassen.
- C. boven het hoofd lassen.
- D. neergaand lassen.
Goed

Fout
Vraag 6 of 23

6. Vraag
Uit welk oogpunt worden constructies bij voorkeur opgebouwd uit een minimum aantal delen en verbindingen?
- A. Uit oogpunt van vormgeving (esthetisch oogpunt).
- B. Omdat dan weinig vakmanschap nodig is.
- C. Uit economisch oogpunt.
- D. Uit technisch oogpunt.
Goed

Fout
Vraag 7 of 23

7. Vraag
Bij centrische knopen is de excentriciteit “e”…..
- A. 0 (nul).
- B. niet belangrijk.
- C. + (positief).
- D. – (negatief).
Goed

Fout
Vraag 8 of 23

8. Vraag
Eén van de voordelen van het gebruik van (keramische) smeltbadondersteuning is …..
- A. dat men bij het doorlassen een hogere stroomsterkte kan gebruiken.
- B. dat lasfouten niet meer voor kunnen komen.
- C. dat men bij het doorlassen een hogere neersmelt per elektrode kan bereiken.
- D. dat daarmee ook doorlassen boven het hoofd een fluitje van een cent is.
Goed

Fout
Vraag 9 of 23

9. Vraag
De lasnaadvorm is onder andere afhankelijk van …..
- A. de dikte van het materiaal en het toe te passen lasproces.
- B. de op het ontwerpbureau aanwezige kennis.
- C. de vaardigheid van de lasser.
- D. of men veel of weinig toevoegmateriaal wil gebruiken.
Goed

Fout
Vraag 10 of 23

10. Vraag
De keuze voor een doorgelaste of niet-doorgelaste verbinding is afhankelijk van ……
- A. de beschikbare voorbewerkingsmogelijkheden en de aanwezige lasvaardigheid.
- B. de aanwezige lasapparatuur en de kostprijzen van de lassen.
- C. de aanwezige ervaring met het maken van stompe of niet-stompe lasverbindingen.
- D. het gebruiksdoel.
Goed

Fout
Vraag 11 of 23

11. Vraag
Een constructieve eis is …..
- A. economie.
- B. fabricagemogelijkheid.
- C. vormgeving.
- D. sterkte.
Goed

Fout
Vraag 12 of 23

12. Vraag
Vakwerken zijn opgebouwd uit lijnvormige elementen die zijn verbonden door …..
- A. knopen.
- B. bouten.
- C. lassen, bouten of klinknagels.
- D. lassen.
Goed

Fout
Vraag 13 of 23

13. Vraag
Smeedstukken zijn als constructie-element op hun plaats bij …..
- A. toepassingen met aanmaak in kleine aantallen.
- B. op vermoeiing zwaar belaste constructies.
- C. toepassingen met een korte levertijd.
- D. toepassingen waar weinig en eenvoudig laswerk daardoor kunnen worden vervangen.
Goed

Fout
Vraag 14 of 23

14. Vraag
Lasnaden met afschuiningen als voorbewerking ontstonden …..
- A. omdat er anders te weinig toevoegmateriaal verkocht kon worden.
- B. omdat anders de materialen niet over de volle dikte aan elkaar konden worden verbonden.
- C. omdat men dan het werk voor de lasser interessanter kon maken.
- D. om economische redenen.
Goed

Fout
Vraag 15 of 23

15. Vraag
Vermoeiing is in hoge mate afhankelijk van …..
- A. de duur van de statische belasting.
- B. de oppervlaktegesteldheid en kerffactor.
- C. corrosie.
- D. kerven.
Goed

Fout
Vraag 16 of 23

16. Vraag
Soms wordt een las tegengeslepen of tegengegutst, alvorens de tegenlas aan te brengen. Dit is soms nodig om ……
- A. ontoelaatbare onvolkomenheden te verwijderen en om een acceptabele tegenlas te kunnen krijgen.
- B. te voorkomen dat de tegenlas te ver boven het materiaaloppervlak uitkomt.
- C. dat dan vlugger een goed aangevloeide las kan worden gemaakt. Dit is economisch.
- D. te kunnen zien waar de tegenlas moet komen als het een gesloten naad betrof.
Goed

Fout
Vraag 17 of 23

17. Vraag
Lasnaden dienen zo smal mogelijk te worden gehouden, om ……
- A. de kans op lasfouten te beperken.
- B. de lassnelheid te verhogen.
- C. een betere naadvulling te verkrijgen.
- D. krimpvervorming te voorkomen.
Goed

Fout
Vraag 18 of 23

18. Vraag
De weerstand tegen vermoeiing is reeds tijdens de fabricage te beïnvloeden door …..
- A. de gelaste constructie te veredelen.
- B. na het lassen de constructie te harden.
- C. vloeiende overgangen en gladde oppervlakten.
- D. zoveel mogelijk lassen uit te voeren in één laag om krimpspanningen en vervormingen te beperken.
Goed

Fout
Vraag 19 of 23

19. Vraag
Wat is het doel van een voldoende grote en stijve voetplaat onder een kolom?
- A. De krachten van de kolom overbrengen op de voetplaat.
- B. Om ruimte te krijgen voor voldoende ankerbouten.
- C. Het beperken van de vervorming van de voetplaat als deze aan de kolom wordt gelast.
- D. De drukkracht van een kolom gelijkmatig verdelen over het funderingsmateriaal.
Goed

Fout
Vraag 20 of 23

20. Vraag
Hoe lasnaden op tekeningen aangegeven moeten worden, staat in de norm …..
- A. ISO 10043.
- B. ISO 6947.
- C. ISO 5817.
- D. ISO 2553.
Goed

Fout
Vraag 21 of 23

21. Vraag
Een algemene richtlijn bij hoogbelaste lasverbindingen is:
- A. verbindingen met één hoeklas zijn toegestaan bij haakse randhoekverbindingen.
- B. maak flink zware lassen.
- C. pas bij dynamische belasting tweezijdige binnenhoeklassen toe.
- D. maak geen plotselinge overgangen.
Goed

Fout
Vraag 22 of 23

22. Vraag
Een dynamische belasting is een belasting die …..
- A. variabel is.
- B. onder invloed van elektriciteit plaatsvindt.
- C. constant is.
- D. door alle bovengenoemde gevallen beschreven kan worden.
Goed

Fout
Vraag 23 of 23

23. Vraag
Wat zijn drukvaten?
- A. Vaten die verhitte vloeistoffen bevatten.
- B. Vaten die drukken op een fundering.
- C. Vaten die gassen en/of vloeistoffen onder druk bevatten.
- D. Vaten met een dubbele wand.
Goed

Fout

Demo online “International Welding Technologist (IWT)”

Toets samenvatting

Informatie

Resultaten

Resultaten

Categorieën

1. Vraag

2. Vraag

3. Vraag

4. Vraag

5. Vraag

6. Vraag

7. Vraag

8. Vraag

9. Vraag

10. Vraag

11. Vraag

12. Vraag

13. Vraag

14. Vraag

15. Vraag

16. Vraag

17. Vraag

18. Vraag

19. Vraag

20. Vraag

21. Vraag

22. Vraag

23. Vraag